Strathclyde 1994 single grain en single cask whisky

Aantal flessen per certificaat:  max. 2 flessen
Geschatte kosten achteraf: 45 euro per fles
Soort vat: ex bourbon hogshead
Leeftijd vat: november 1994
Geschatte botteldatum: februari 2024
Distilleerderij: Strathclyde

De distilleerderijen van Glasgow werden tot de opening van de nieuwe single maltfabriek zo ver mogelijk buiten het zicht van het publiek gehouden, wat geen gemakkelijke opgave was toen een van hen, Port Dundas, een enorm, dampend gebouw was bovenop een heuvel. De andere – en nu enige – graandistilleerderij is succesvoller geweest. De Strathclyde-distilleerderij bevindt zich in de Gorbals aan de zuidkant van de rivier de Clyde, tegenover Glasgow Green, en het is leuk om te bedenken dat een operatie die zo afhankelijk is van stoom zo dicht bij het park zou moeten worden gevestigd waar James Watt werd getroffen door inspiratie voor zijn door damp aangedreven motor. De distilleerderij – op de plek van een oude katoenspinnerij – werd aanvankelijk in 1927 gebouwd door de Londense distilleerder Seager Evans, voornamelijk om neutrale graanalcohol voor zijn gins te leveren. In 1936 verhuisde Seager Evans naar Scotch met de aankoop van het merk Long John. In 1957 scheidde Strathclyde, zoals veel graandistilleerderijen, een moutfabriek – hier Kinclaith genoemd – binnen zijn muren af. Dit liep van 1957 tot 1975, toen het werd verwijderd om plaats te maken voor een tweefasige uitbreiding van de graan-/neutrale spirit-kant van de operatie. Tegelijkertijd werd ook de naastgelegen meng- en opslaglocatie van het bedrijf gesloopt Long John Distilleries (zoals de whiskydivisie van Seager Evans werd genoemd) ging door een aantal handen en kwam uiteindelijk terecht bij Allied Distillers, tegen die tijd zou Strathclyde ook een deel van het graan hebben geleverd aan de melanges van Ballantine’s en Teacher’s. Het maakt nu deel uit van de stal van Chivas Brothers en wordt verbazingwekkend genoeg nog steeds onopgemerkt door de kinderwagens langs de oevers van de Clyde.